Inhoud:
LED staat voor Light-Emitting Diode. Dit betekent: een lichtgevende diode.
In een LED lampje zit namelijk een diode, dit is een elektronisch onderdeeltje dat stroom geleidt in één richting. Die diode is speciaal gemaakt om licht af te geven wanneer er elektriciteit doorvloeit.
De diode in een LED bevat een halfgeleidermateriaal, opgesplitst in een negatieve zijde (de kathode) en een positieve zijde (de anode).
Aan de negatieve zijde is er een overvloed aan elektronen aanwezig, terwijl er aan de positieve zijde een tekort is. Men spreekt ook wel over holes omdat je het kan zien als gaten die opgevuld moeten worden door elektronen.
Elektronen met genoeg energie kunnen zich vrij gaan bewegen en gaan na verloop van tijd een gat gaan opvullen. De hoeveelheid energie dat een vrij bewegend elektron nodig heeft stelt men voor met de geleidingsband. Het energieniveau dat een "vast" elektron heeft stelt men voor als de valentieband.
Bij een halfgeleider zie je dat hier een zone tussen beide banden zit. Dit heet men de verboden zone of band gap. In essentie betekent het dat een elektron zich niet kan begeven op dat energieniveau. Wanneer een elektron een gat opvult dan zal het springen van de geleidingsband naar de valentieband. Dit betekent dus dat er energie vrijkomt en bij een LED komt dit vrij onder de vorm van licht (via fotonen).
Het kleur kan zowel zichtbaar licht als onzichtbaar zijn. In het laatste geval moet je denken aan ultravioletstraling of infrarood. Het kleur dat je krijgt is een gevolg van de hoeveelheid energie die als foton wordt afgegeven wanneer een sprong gemaakt wordt van de valentieband naar de geleidingsband.
De keuze van het materiaal in de LED bepaalt onder andere het kleur dat wordt afgegeven.
Het principe van LED's wordt vandaag in allerlei toepassingen gebruikt. We gebruiken ze in ons dagelijkse leven vrijwel voortdurend. Denk maar aan:
Daca Ledscreen
Zeswegestraat 41
8750 Zwevezele
Jan Caerels:
0478 99 28 97
Pieter Caerels:
0496 29 64 55